Bloggen

Minder taalfouten met deze tips

schrijven, taalfouten, taaltips, taal, tips, schrijver, tekst, teksten, blog taaltips, blog, schrijftips, lalog.nl, lalog, lalogblog

Vol overtuiging zet je ergens een ‘t’ neer terwijl het een ‘d’ hoort te zijn. Of je maakt samenstellingen die eigenlijk helemaal niet bestaan. Ook gebruik je te pas en te onpas de tussen-s, want hoe dat nou precies zit is ook niet helemaal duidelijk. Dit alles doen we allemaal wel eens. Ja, ook tekstschrijvers. Er zijn namelijk ontelbare regels in onze (complexe) Nederlandse taal en die kunnen we onmogelijk allemaal onthouden. Tegenstijding, dat zijn ze soms ook nog eens. Om het je iets makkelijker te maken tackel ik in dit artikel een aantal spellingsregels. Zo sluipen er voortaan minder taalfoutjes in jouw tekst!

Werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd

Eindigt het nou  met d, t of dt? Vaak  zorgt dit voor verwarring. Een poging tot verduidelijking…
De stam van een werkwoord is altijd het hele werkwoord zonder -en.
Voor bijna alle werkwoorden in de tegenwoordige tijd, enkelvoud, gelden dan de volgende regels:

Geen t

Voeg geen t aan de stam toe als het onderwerp:

ik is: ik loop / ik word –>loop ik / word ik
jij/je is én achter de persoonsvorm staat: loop jij / word jij

Stam + t

Voeg wél een t aan de stam toe als het onderwerp:

jij/je is én vóór de persoonsvorm staat: jij loopt / jij wordt
u is: u loopt / loopt u, u wordt / wordt u

een derde persoon is:

hij / zij / het / de jongen / het tijdschrift / Wim/ ons kind / de website / België / wie / wat

dan wordt het:

loopt / wordt hij / zij / het / de jongen / het tijdschrift / Wim / ons kind / de website / België

Nu wordt het nog leuker

Ook als de stam op een d eindigt, geldt de regel ‘stam plus t’:

Dus: jij / u / hij / zij / het wordt / biedt / glijdt / begeleidt / houdt / onthoudt / verraadt / vermijdt, enz.

In de tegenwoordige tijd wordt nooit een d aan de stam toegevoegd.
In deze voorbeeldzinnen:
‘Zij verzind straks weer iets anders’ en
‘Hij veranderd morgen van kapsel’ staat dit dus fout geschreven.

Het is tegenwoordige tijd (stam + t) en moet dus zijn:
‘Zij verzint straks de tarieven’ en
‘Hij verandert morgen van kapsel’.

Kofschip en fokschaap

Misschien kun je je deze ezelsbruggetjes nog wel herinneren, maar hoe zat het hier nou ook alweer mee? Dit zijn ezelsbruggetjes voor de verleden tijd! Aan ’t kofschip en ‘t fokschaap heb je dus helemaal niks als het om de tegenwoordige tijd gaat…

De tussen-s

Wanneer schrijf je nou wel en geen ‘tussen-s’ bij samengestelde woorden? Deze regel is eigenlijk heel makkelijk: hoor je een tussen-s wanneer je samenstelling uitspreekt? Dan schrijf je ‘m ook!

Twijfelgeval?

Twijfel je bij samenstellingen waarvan het tweede deel met een begint of er ook een tussen-s in moet? Maak dan (ter controle) een samentrekking:
Betalingssysteem, want een samentrekking kan hier zijn: betalings- en facturatiesysteem.
Gedragsstoornis, want een samentrekking kan hier zijn: gedrags- en contactstoornis.

Veel schrijfplezier met deze tips. Hopelijk filter je met deze dingen nu moeiteloos uit jouw teksten!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *